Inzicht

Het weidespel, hoe het werkt

Essentie

Proteïnen en de valkerij zijn nauw verbonden.

Natuurlijk, hoor ik u zeggen, roofvogels eten vlees. Daarin hebt u meer gelijk dan u vermoed. De valkerij dankt zijn bestaan aan deze bouwstoffen; wat voor een roofvogel een basisbehoefte is en voor de mens een verlangen bracht een langdurende symbiose tot stand.

Eigenlijk weten we niet precies wanneer de valkerij is ontstaan. Wetenschapelijk bewijs brengt ons zo’n 3000 jaar terug in de tijd maar als we de inventiviteit van de vroege mens niet onderschatten, en de feiten logisch verklaren, moet de valkerij veel ouder zijn.

Het viel niet mee voor de mens in de vroege beschaving om het dieet aan te vullen met hoogwaardige eiwitten. Jagen was moeizaam en vaak teleurstellend. Tijdens de dagenlange jachtexpedities vond men soms kadavers van enkele dagen oud. Een onfrisse en magere optie waarvan de opbrengst meestal beperkt bleef tot het beenmerg uit de achtergebleven botten.

Nu weten we dat jagers een scherp observatie vermogen bezitten. De resultaat gerichte jager leerde dat roofvogels over het algemeen (uitzonderingen daargelaten zoals b.v. de visarend) prooien doden die te zwaar zijn om te transporteren. Daarin heeft de natuur voorzien. Een roofvogel eet zoveel mogelijk en slaat dit op in zijn krop, deze dient als boodschappentas zodat vertering later mogelijk is op een veilige plaats. Door aandachtig te letten op jachtvluchten van roofvogels kwam men vrij gemakkelijk aan het verse vlees dat door de volgekropte roofvogel werd achtergelaten.

Door opportunisme gedreven ontwikkelde zich onder onze voorouders een brede kennis over het gedrag van roofvogels en ontstond het inzicht dat jagen met roofvogels een succesvolle jachtmethode is.

Als het jagen met de beperkte middelen al zo moeizaam was, hoe kwam men dan aan levende roofvogels? Wederom gebruikmakend van het belangrijkste gereedschap dat jagers bezitten, observatie, ontdekte men het volgende; als een roofvogel een prooi slaat verkrampen de klauwen. Hierdoor kan een prooi niet ontsnappen zolang deze beweegt of geluid maakt.

Pas als de prooi duidelijk dood is zullen na enige tijd de klauwen ontspannen.

Deze klauwverkramping zou ooit de basis van de valkerij kunnen zijn. Met een vers geslagen prooi nam de jager ook de roofvogel mee terug.

Het begrip, survival of the fittest, zoals geformuleerd door Darwin, was natuurlijk niets nieuws voor onze vroege voorouders. Vrij van religieuze dogma’s waren ze een met de natuur. Hierdoor kenden zij de eigenheid van de flora en fauna waarvan zij deel uitmaakte. Zo doorzagen ze de basale criteria die de training van roofvogels mogelijk maakt en ontstond een succesvolle samenwerking tussen mens en roofvogel.

Valkeniers maken gebruik van een aantal eigenschappen van roofdieren die we overigens ook terugvinden bij de mens.

Jagen vergt niet alleen geduld maar vooral veel kennis van de prooi. Hierdoor is anticiperen op het prooigedrag mogelijk omdat een roofdier een zekere mate van intelligentie en leervermogen heeft. Roofdieren leren relatief snel en onthouden de informatie.

Nu zijn roofdieren altijd op zoek naar situaties in hun voordeel omdat het sparen van energie prioriteit heeft. Net als de mens zijn ze opportunist en liever lui dan moe. Van leeuwen weten we dat ze 23 uur van de dag slapen.

Investeren in een jachtvlucht kost een roofvogel veel energie en ROI (return on investment) is niet altijd gewaarborgd. Daarentegen levert iedere vlucht naar de handschoen van de valkenier voedsel op. Minimale inspanning, maximaal resultaat. Intelligentie/leervermogen en opportunisme van de roofvogel maakt de valkerij symbiose mogelijk.

Op deze manier kunnen we een wild dier ‘zeeg’ te maken. Zeeg wil zeggen dat een wild dier mensen in zijn nabijheid duldt omdat het nooit en negatieve ervaring heeft gehad en de voordelen erkend.

De mens kan vooruitzien en plannen en zorgt daardoor dat de roofvogel dagelijks voedsel heeft. Hij biedt bescherming tegen predatoren en concurrenten, medische verzorging en bovenal, als drijver, hulp bij de jacht.

De roofvogel beloond de mens met zijn jachttechniek door prooien te doden die in de vroege oudheid voor de mens moeizaam bejaagbaar waren.

Evolutie

De door de eeuwen ontwikkelde valkerij technieken staan ten dienste van de roofvogels. Het doel is training en verzorging optimaal aan te passen aan de behoefte van de roofvogel zodat deze in conditie is en in staat is prooi te bemachtigen.

Deze kennis en ervaring wordt van oudsher overgedragen van meester op gezel, ook nu nog.

De valkerij groeit mee met de veranderende dierwelzijns-inzichten. Ten tijde van het openbaar vierendelen van misdadigers waren sommige valkerij technieken naar huidige maatstaven primitief. Zo werden de oogleden doorprikt en met een draadje verbonden om de ogen te kunnen sluiten; braauwen noemen we dat. Later is men overgestapt op het huiven van de roofvogels.

Zoals toekomstige generaties onze intensieve veehouderij waarschijnlijk als barbaars veroordelen zal er ook kritiek op de huidige valkerij technieken zijn. Nu al horen we vaak de opmerking:’ is dat niet zielig?’ Vooropgesteld dat de natuur geen mededogen kent en ‘zielig’ een door mensen geprojecteerde emotie is luidt mijn antwoord daarom; nee.

De natuur en zij die er in werken (beroep en hobby) lijden onder de gevolgen van het Disneyfiseren. Een verkapt beeld is ontstaan waarin dieren zich kleden, menselijk complexe emoties vertonen en onderling sociale verbanden aangaan die alleen wereldleiders begrijpen waardoor ineens de werkelijke natuur ‘zielig’ wordt.

Wel zal een valkenier zich moeten houden aan een aantal basis principes. Zoals een boer nooit meer koeien heeft dan hij kan melken, heeft een valkenier nooit meer vogels dan hij kan vliegen. Valkerij vogels worden dagelijks gevlogen en getraind, het hele jaar door zodat ze in conditie blijven, appèl behouden en op gezond gewicht blijven. Verder ondergaan ze een jaarlijkse controle door een dierenarts op interne en externe parasieten, conditie en voorkomen. Door deze toewijding kunnen de roofvogels bij de valkenier 2 tot 3 maal ouder worden dan in de natuur.

Anno 2005

Nu leest u steeds dat valkeniers mannen zijn. Dit was vanaf de 18de eeuw misschien zo maar steeds meer vrouwen vinden tegenwoordig hun plaats binnen de valkerij. In onze opleiding is de verhouding momenteel 50%. Dit heeft overigens niets met de naam van het bedrijf, Birds@Work, te maken.

Naar mijn mening hebben vrouwen veel meer feeling voor de omgang met roofvogels. Wij mannen hebben het afgeleerd te luisteren naar onze intuïtie en daar ook daadwerkelijk naar te handelen. In onze opleiding is dat een van de moeilijkste onderdelen voor de mannelijke aspiranten waarmee ik niet wil zeggen dat mannen minder goede valkeniers worden.

Naast de jacht met roofvogels zijn er ook een groeiend aantal valkeniers welke, onder de huidige wetgeving (met name in Nederland), hebben besloten zich meer toe te leggen op de omgang, training en het vrij vliegen van roofvogels zonder ermee te gaan jagen.

Als Europa en de afzonderlijke lidstaten dapper voortstappen op de ingeslagen weg voorzie ik dat het behoud van dit cultuur historisch ambacht meer en meer de richting uitgaat zoals we die nu kennen van de slipjacht. Het weidespel, de entourage en de sfeer blijven als voorheen maar het jagen met roofvogels is gedaan. Is dat niet zielig?

Copyrechten stichting Vluchtbedrijf